Het aantal zakelijke reizen groeit. Het CBS komt tot 1,4 miljoen zakelijke overnachtingen in april 2022, cijfers die in de richting gaan van de 1,9 miljoen van april 2019. Dat betekent natuurlijk ook dat er meer gereisd wordt. En dat gebeurt steeds meer elektrisch.
Inmiddels zijn er in Nederland meer dan een kwart miljoen volledig elektrische auto’s op de weg. De bestuurders van die auto’s zijn dus volledig afhankelijk van elektrische laadpalen. Het aantal publieke laadpalen groeit hard, maar die groei blijft ver achter bij de toename van het aantal elektrische auto’s.
Het aanbieden van laadpalen lijkt dus een nuttige investering voor een vergaderlocatie of hotel. Sterker nog, nu al is het bij nieuwbouw of renovatie verplicht om laadpaalplekken te hebben en vanaf 2025 geldt die verplichting voor alle locaties.
De laadpaal ervaringen van BCN en het laadpaal advies van ENGIE geven u de antwoorden als u wilt starten met laadpalen. Op het Praktisch Duurzaam Prikbord over elektrische laadpalen vindt u nog meer informatie.
Hoeveel laadpalen een locatie moet of kan nemen is afhankelijk van 3 dingen:
We spreken over laadpunten, omdat laadpalen meerdere laadpunten kunnen hebben. Aan een laadpaal met twee laadpunten kunnen dus twee auto’s tegelijk opladen, vertelt Boudewijn Boeve van ENGIE in een podcast met Worldmeetings. Ook geeft hij in de podcast aan dat de mogelijkheid bestaat om de capaciteit uit te breiden, bijvoorbeeld als de locatie geïnteresseerd is in snelladers.
U kunt laadpalen in eigen beheer nemen, of ze kunnen in beheer van de leverancier blijven. Dat laatste heet het “exploitatiemodel”. U heeft dan geen investeringskosten, en de leverancier betaalt u een vergoeding voor de stroom. Heeft u ze in eigen beheer, dan betaalt u wel voor de laadpalen, maar bent u vrij om te kiezen wat u voor de stroom vraagt.
Heeft u een parkeerterrein dat afgesloten wordt, dan kunt u niet altijd kiezen voor de exploitatie oplossing. Er wordt dan gekeken of er voldoende traffic is bij de laadpalen om de investering voor de leverancier te rechtvaardigen. Voor BCN was dit een reden om te kiezen voor het beheermodel.
Als u nog geen laadpalen heeft moet er eerst gegraven worden zodat er leidingen gelegd kunnen worden van de plek waar de laadpalen komen, naar de stroomvoorziening van uw gebouw. Dit kost 1 á 2 dagen. Altijd worden er extra “loze” leidingen aangelegd, zodat in de toekomst nog een aantal laadpalen kan worden bijgeplaatst. Gasten zullen hier enige hinder van ondervinden.
Als u kiest voor het exploitatiemodel heeft u geen investeringskosten. U ontvangt dan een vergoeding van de leverancier voor de gebruikte stroom. Voor laadpalen in eigen beheer geeft ENGIE een prijsindicatie van € 4.000 per laadpaal met 2 laadpunten. Dat is dus € 2.000 per laadpunt. BCN noemde een prijs van circa € 10.000 voor 4 laadpalen inclusief graafwerk. Door meer graafwerk viel de prijs voor de vestiging in Rotterdam hoger uit voor de vestiging in Utrecht. Voor die prijs lagen er ook 2 “loze leidingen” waarop ze nu nieuwe laadpalen gaan plaatsen. De losse laadpalen kosten hen € 1.500 per stuk. Rianne Adelaar (BCN) geeft aan dat ze 41 cent per kWh vragen en dat ze daarmee in 5 jaar de investeringskosten terugverdienen. Boudewijn Boeve (ENGIE) zegt in een podcast met Worldmeetings rekening te houden met een terugverdientijd van 7 jaar.